Interimmer, er is geen reden voor ongerustheid
Voor de zelfstandig opererende interim-manager betekent de handhaving op de Wet DBA niet heel veel. Maar let wel op, zegt Bert Blankestijn.
Veel in de zorg actieve interim-managers zitten met vragen over de beoordeling van hun ondernemerschap in 2025. Vanaf 1 januari 2025 zal er worden gehandhaafd op de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA), wat betekent dat de controle op schijnzelfstandigheid verscherpt gaat worden. Ook in de zorg.
De wet DBA is op 1 mei 2016 in werking getreden als vervanging van de oude VAR (Verklaring Arbeidsrelatie). Ze heeft als doel om duidelijkheid te scheppen in de arbeidsrelaties tussen opdrachtgevers en zzp’ers. Tot zeer recent is er echter nauwelijks tot geen aandacht besteed aan de handhaving van deze wet.
Stijging zzp’ers
Ondertussen is het aantal zzp’ers in Nederland enorm toegenomen, zo ook in de gezondheidszorg. Met name onder zorgverleners (de handen aan het bed) is dat het geval. In de zorg is het aantal zzp’ers vooral sterk gestegen door de wens naar meer individuele vrijheid en eigen regie. Deze toename van externe inhuur heeft voor zorgorganisaties over het algemeen een kostenverhogend effect gehad, maar betekent ook minder grip op kwaliteit en continuïteit van de zorgverlening. Daarnaast speelt de zorg dat veel zzp’ers onvoldoende in staat zijn om zichzelf als zelfstandige van een verantwoord inkomen te voorzien. Voor de overheid belangrijke redenen om op zoek te gaan naar manieren om de markt voor zzp’ers strenger te reguleren.
De Belastingdienst hanteert drie belangrijke criteria om te bepalen of er sprake is van zelfstandigheid. Deze criteria omvatten onder andere:
- Economisch risico: Loopt de zzp’er financieel risico met de onderneming?
- Eigen ondernemerschap: Is er sprake van een onderneming met eigen klanten (tenminste drie op jaarbasis)?
- Onafhankelijkheid: Heeft de zzp’er de vrijheid om zijn werkzaamheden in te richten of werkt deze zzp’er net als de collega-medewerkers binnen de staande structuur van de organisatie en doet hij/zij hetzelfde werk?
Direct invloed?
Hebben bovenstaande veranderingen nu direct invloed hebben op het opereren van de interim-manager? In onze ogen niet veel. Een professionele interim- of projectmanager zal over het algemeen de toets van de Belastingdienst met gemak kunnen doorstaan. Met de inhuur van een interim- of projectmanager haalt de organisatie extern specifieke expertise in huis. Expertise op het gebied van verandermanagement, procesinrichting, projectmanagement, domeinoverstijgende samenwerking, et cetera.
Voor opdrachtgever en interim-manager is het van belang dat er een duidelijke opdrachtformulering met resultaatdoelstellingen komt, gevolgd door een plan van aanpak. Een interim-management bureau kan hierin een belangrijke ondersteunende factor zijn. In de uitvoering van de opdracht heeft de interim-manager nadrukkelijk geen leidinggevende maar een opdrachtgever. Het bureau kan ondersteunend meekijken bij de uitvoering van de opdracht.
Holistische toetsing
Echter: de Wet DBA brengt aanzienlijke verantwoordelijkheid met zich mee voor zowel opdrachtgevers als zelfstandige ondernemers. Het is cruciaal om de controlemaatregelen goed te begrijpen. We spreken hier van een holistische toetsing, d.w.z. dat alle feiten en omstandigheden in onderlinge samenhang bekeken worden. Belangrijk vertrekpunt is het Deliveroo-arrest van de Hoge Raad, 24 maart 2023.
Door het kiezen voor duidelijkheid in afspraken, het gebruiken van solide overeenkomsten en de opdracht hiermee in overeenstemming uit te voeren kan het risico op boetes en problemen met de Belastingdienst worden geminimaliseerd. Voor zzp’ers is het daarnaast van belang om zich bewust te zijn van hun eigen positie en de verantwoordelijkheden die daarbij komen kijken. Met de juiste kennis en begrip van de Wet DBA kan de samenwerking tussen opdrachtgevers en zzp’ers succesvol en transparant blijven verlopen.
Door Bert Blankestijn, directeur bij De Veghte